Een evaluatie wordt best breed opgezet omdat één momentopname, één afnemer, één beoordelaar, één soort meting soms onvoldoende relevante informatie oplevert om een genuanceerd beeld te krijgen van de werkelijke vaardigheden van de betrokkene.
>>moment(en) van evaluatie
Door op verschillende momenten te evalueren krijgen je cursisten regelmatig feedback op hun leerproces. Als lesgever krijg je ook informatie over de effectiviteit van je didactisch handelen en kan je indien nodig bijsturen. Bovendien wordt door permanente evaluatie de betrouwbaarheid van je evaluatie verhoogd. Omdat je meerdere keren evalueert, spelen toevalsfactoren minder een rol en krijg je een betrouwbaarder beeld. Je kan tussentijds en aan het eind van een leergang evalueren. Het tijdstip waarop je evalueert, hangt nauw samen met het doel van de evaluatie.
Je kan bijvoorbeeld tussentijds evalueren om het leerproces van je studenten en je eigen onderwijs te evalueren en optimaliseren. Je kan met deze procesgerichte evaluatie bepalen waar studenten nog extra uitleg en begeleiding nodig hebben. Op die manier kan je ervoor zorgen dat zoveel mogelijk studenten de onderwijsdoelstellingen bereiken. Deze vorm van evalueren wordt ook wel formatieve evaluatie genoemd. Formatieve evaluatie heeft betrekking op een beperkt deel van de leerstof, vindt continu tijdens het schooljaar plaats en is sanctievrij. Dat wil zeggen dat er geen beslissingen omtrent overgaan of zakken/slagen aan verbonden zijn.
Je kan ook tussentijds evalueren of (en in welke mate) een student de gestelde taalonderwijsdoelen bereikt heeft. Deze vorm van evalueren wordt ook wel summatieve evaluatie genoemd. Summatieve evaluatie heeft altijd betrekking op een afgerond geheel van de leerstof. Summatief evalueren kan je zowel tussentijds als aan het eind van een leergang. Aan deze resultaatgerichte vorm van evalueren zijn wel beslissingen verbonden wat betreft zakken/slagen of overgaan naar het volgende leertraject.
terug>>